Inkomensregelingen

Via de septembercirculaire zijn extra middelen ontvangen voor het verstrekken van de energietoeslag. De energietoeslag bedraagt voor het jaar 2022 in totaal € 1.300 voor mensen die leven van 120% van het sociaal minimum.
Via de septembercirculaire is € 727.000 extra aan middelen ontvangen die is toegevoegd aan het al beschikbare budget voor dit doel.

Vervolgens is er door het college besloten, naar aanleiding van de ingediende motie van de raad,  om de energietoeslag aan een grotere doelgroep uit te keren, namelijk aan 130% van het sociaal minimum. Hierdoor dient er een bedrag van € 161.000 bijgeraamd te worden aan de middelen voor de energietoeslag. De raad is hierover geïnformeerd middels een raadsinformatiebrief op 7-11-2022.

Op 4 november is door het ministerie van Binnenlandse zaken een oktoberbrief 2022 gepubliceerd.  Hierin is een vooraankondiging gedaan van extra middelen die verstrekt worden inzake de energietoeslag 2023 die in de decembercirculaire 2022 verwerkt worden.
Gemeenten krijgen hiermee de mogelijkheid om € 500  van de € 1.300 van de energietoelage voor 2023 al in 2022 uit te keren om zo versneld een tegemoetkoming van in verband met de gestegen energielasten aan huishoudens met een laag inkomen te kunnen uitkeren.
De voorbereidingen hiervoor zullen opgestart worden in 2022, echter daadwerkelijke uitkering gaat plaatsvinden in 2023 voor de inwoners van Stein. Er wordt daarom voorgesteld om deze middelen aan de lastenkant bij te ramen, maar ook direct door te schuiven naar 2023, zodat deze middelen beschikbaar blijven voor dit doel. Dit betreft een bedrag van € 611.000.

Het verwacht restant projectkosten Vidar bedraagt aan het einde van 2022 € 105.000. Er wordt voorgesteld om dit bedrag door te schuiven naar 2023. De komende jaren wordt het budget aangewend om met name project- en implementatiekosten (binnen Vidar) te dekken. De verwachting is dat het resterende implementatiebudget in 2024 volledig benut is. 

Gemeenten ontvangen van het Rijk een gebundelde uitkering (BUIG) voor het bekostigen van de uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (levensonderhoud startende ondernemers) en voor de inzet van loonkostensubsidie.  De voorlopige beschikking BUIG 2022 was € 4.256.057. De definitieve beschikking bedraagt  € 3.978.899. Concreet betekent dit dat we een bedrag van € 277.158 incidenteel naar beneden bijstellen. De lagere BUIG-uitkering wordt veroorzaakt doordat de raming van het macrobudget gedaald is met € 425 miljoen ten opzichte van het voorlopig macrobudget 2022.